
We kwamen met elf bijenvolken de winter uit, nu hebben we er drieendertig, en dat was niet de bedoeling. Wat is er gebeurd?
Ten eerste: we hadden dertien zwermen. Schitterend schouwspel, maar eigenlijk niet zoals het heurt. Als je de zwerm mist, gaat het volk er niet alleen vandoor, jammer voor de imker, maar gaat de zwerm vrijwel zeker ook verloren, jammer voor de bijen. Meer hierover hier.
Toen we ook onze favoriete raszuivere moer zagen wegvliegen, zijn we eens in de kast gaan kijken waaruit ze net vertrokken was. Daar troffen we vier net uitgelopen nieuwe moertjes aan, en zeven ‘doppen’ waaruit in de dagen erna alsnog koninginnen liepen.
Die elf ‘ideale dochters’ hebben we in bevruchtingskastjes gedaan, samen met een koffiebekertje vol huisbijtjes en vanuit die kastjes zijn de maagdelijke moeren op bruidsvlucht gegaan. Negen van de elf zijn teruggekeerd en succesvol aan de leg gegaan. Die negen aardige moertjes gebruiken we nu om in een aantal vervelende volken de sfeer te verbeteren: oude moer eruit, nieuwe aardige moer erin.
Proces is niet helemaal zonder risico’s: sommige volkjes accepteren geen nieuwe koningin en steken haar dood. Over een week weten we meer.