
De Buckfastbij
De ene honingbij is de andere niet. Er bestaan verschillende rassen en die hebben allemaal verschillende eigenschappen, net als bij honden. Wij hebben gekozen voor de Buckfastbij. Dat is een ras dat bekend staat als vriendelijk in de omgang, dat volkjes maakt die snel groeien in het voorjaar en dat goed honing haalt.
Om de goede eigenschappen van het ras te behouden, is het noodzakelijk dat we met enige regelmaat raszuivere Buckfast-koninginnen telen of aanschaffen. Want waar een raszuivere moer gepaard heeft met raszuivere darren, de mannetjes, is dat met haar dochters maar afwachten. Die zijn meestal standbevrucht. Dat betekent in praktijk dat ze tijdens de bruidsvlucht bevrucht is door 15-25 Goereese darren, en dan heb je als imker geen greep op de uitkomst. Misschien waren het aardige darren, misschien waren ze agressief, misschien brengen ze ziektes mee, het blijft afwachten.
Over het algemeen geven de eerste generatie dochters, in de vaktaal de F1-tjes, de beste volken. Aardig vanaf de moederskant, helemaal aangepast aan de Goereese omstandigheden aan de vaderskant. Maar de volgende generatie, de F2’s, kunnen al behoorlijk onhandelbaar zijn. Dan kun je niet meer zonder kap de moestuin in, en dan is de lol er voor de imker er snel vanaf. Zie ons blog voor de laatste ontwikkelingen.

Honing
Bijen maken honing. En honing bestaat vooral uit suikers en water. Daarnaast bevat honing enzymen, vitaminen, zuren, mineralen en stuifmeelkorrels. Honing mag pas wettelijk honing heten als er minimaal 80% suiker in zit. Dat percentage meten we met een refractometer: het apparaat meet de breking van het licht, en geeft dan het percentage suiker. Onze ‘beste’ ramen hadden 84% suiker, dan blijft de honing moeiteloos twee jaar goed.
Het halen van nectar is een arbeidsintensieve klus voor bijen. Voor ieder potje honing vliegen de bijen 25.000 kilometer. Ze maken er zoveel werk van omdat de honing hun bron van leven is in de winter. Honing is vooral heel veel energie en dat hebben ze hard nodig om een beetje op temperatuur te blijven tussen oktober en april.
Wanneer de nectar uit de bloemen gehaald wordt, bevat het slechts tot maximaal 20% suiker, de rest is water. Om er honing van te maken moeten de bijen het water eruit verdampen. Dit gebeurt in de bijenkast waar de bijen honing in wording in de bijenraat opslaan. Wanneer het suiker percentage hoog genoeg is, sluiten de bijen de raat af met een laagje zegelwas.
Om honing uit de raat te kunnen oogsten, te slingeren, moeten we de honing eerst ontzegelen. Bij grote imkers gaat dat machinaal, wij doen het met een ontzegelvork. Zo’n vork is een soort brede kam met scherpe punten die de wasdeksels van de honing verwijdert. Bijen hebben de honing verzegeld om te voorkomen dat de honing water aantrekt en dan gaat gisten. Alcohol is dodelijk voor bijen, dus gisting is slecht nieuws. De wasdeksels die de bijen aanbrengen op eitjes en larfjes is juist wel water- en luchtdoorlaatbaar, anders zou het broed stikken. Het zit knap in elkaar allemaal.
Laten we er niet omheen praten, bijen zijn niet blij als we de honingkamers van de kasten komen halen. De dames zijn een paar uur goed narrig, er dreigt hongersnood. Als we later op de dag de vers geslingerde en nog kletsnatte honingramen teruggeven aan het volk, keert de rust al snel terug. De werksterbijen storten zich op de reparatie van de ontzegelde honingraat en de haalbijen gaan weer snel verder met de productie van de zomerhoning.
Voorjaars- en zomerhoning kunnen behoorlijk verschillen. De voorjaarshoning, meestal begin juni geslingerd, wordt gewonnen uit vroege bloeiers: wilg, koolzaad, kastanje, fruitbomen. Die honing zal over het algemeen wat eerder kristalliseren. De honing wordt dat uiteindelijk hard in het potje. Dat zegt niets over de kwaliteit van de honing, het is een natuurlijk rijpingsproces. Even au bain-marie verwarmen tot een graad of veertig en de honing is weer vloeibaar.
De zomerhoning, meestal eind juli/begin augustus gewonnen, komt hier op het eiland als het een beetje meezit met de dracht, vooral uit lindebomen. Die honing is geel-groenig, heeft een subtiele muntsmaak en kristalliseert pas na vele maanden.
Alle honing zal op den duur kristalliseren, maar de snelheid waarmee dit gebeurt is afhankelijk van de hoeveelheid glucose (druivensuiker). Deze is voor alle honingsoorten anders.
Crèmehoning is volledig gekristalliseerde honing, maar deze blijft smeerbaar omdat het alleen kleine kristallen bevat.

Bijenwas
Bijen maken zelf de bijenwas. Bijen eten honing en vormen een deel hiervan om tot bijenwas, met hun wasklieren. Uit die klieren ‘zweten’ de bijen kleine schilfertjes was. Andere werksters kneden deze schilfertjes was aan elkaar tot bijenwas. Met de bijenwas maken ze de cellen van de raat waar het broed en honing in zit. De gele kleur in de raat komt van pollen en propolis.

Propolis
Propolis is een stof die de bijen maken uit hars van knoppen van bomen, en uitscheiding uit hun klieren. Propolis is antibacterieel, antiviraal en schimmeldodend. In de kast beschermt het de bijen tegen invloeden van buiten (ziekteverwekkers) en verstevigt het de structuur van de raat. Ook gebruiken de bijen het als een soort stopverf om alle kieren in de kast te dichten.
De samenstelling van propolis verschilt per seizoen, per gebied en per bijenkast.
Van de ruwe propolis uit de kasten, maken we zelf een tinctuur en een zalf

De tuin
We hebben onze tuin speciaal voor de bijen ingericht. Alle planten zijn drachtplanten: ze leveren stuifmeel en/of nectar. Zo zijn de wilgen in onze tuin heel belangrijk in het vroege voorjaar. Vooral de mannelijke bomen leveren grote hoeveelheden van het bekende gele stuifmeel, en dat stuifmeel is een belangrijke bron van vet en eiwit voor de larfjes in het volk. En als er op sommige plekken raapzaad opschiet, laten we dat zeker staan. Bijen zijn dol op de nectar uit de gele bloemen. Een paar weken later schieten de fruitbomen en de paardekastanje in bloei, en dan verhuizen de bijen die kant op.
In de zomer kunnen de lindebomen heel veel nectar leveren. Op sommige dagen zien we dan per kast meer dan vier kilo nectar binnenkomen. In een paar dagen tijd is dan een hele honingkamer gevuld en stapelen we snel een volgende kamer erop. Maar dit jaar bijvoorbeeld was het erg droog tegen de tijd dat de lindes bloeiden en was er maar heel weinig dracht.
Specials
Wilt u met een grotere groep langskomen? Dat kan, ook op doordeweekse dagen. Bel of mail ons.
Verkoop aan de weg
We hebben een stalletje aan de weg met gewone en crèmehoning. Voor de overige producten: bel aan of bel op.
Cadeaupakketen
We kunnen cadeaupakketen samenstellen, met honing, kaarsen, zeep, propolis, zalfjes. Bel of mail ons.
Rondleidingen
We vertellen graag over onze tuin en de bewoners. In juli en augustus zijn we elke zaterdag open van twee tot vier.