
Aan het eind van het seizoen houden we soms grote hoeveelheden vuile bijenwas over. Die komt bijvoorbeeld uit oude ramen van de broedkamers. Die ramen hebben we gesmolten in een zelfgemaakte stoomwassmelter.
Bijenwas smelt vanaf ongeveer 70 graden. Maar de vuiligheid komt ook mee, dus enige nabewerking is noodzakelijk.
Vandaag hebben we de was au bain-marie verwarmd en door een kaasdoek heen gegoten. De gesmolten was hebben we verdeeld over kleine vormen, waardoor de was veel makkelijker te bewerken is.
De was uit broedkamers kan verontreinigd zijn; daar maken we dus kaarsen van. De was uit de honingkamers die overblijft na het slingeren, de zogeheten zegeltjeswas, is brandschoon en smelten we om naar nieuwe vellen kunstraat.
